OORLOGSDAGBOEK VAN
TRUUS EN PIET SCHOLTE

Deel 2.

De weg terug Van bevrijd Vlaardingen terug naar bezet Velp / Arnhem

12 maart 1945

Piet op weg van Vlaardingen naar Velp

14 maart 1945

Van Scherpenzeel naar Ede bij Ben en Tiny

16 maart 1945

Van Ede via Hoenderloo Naar Velp

16 maart 1945

Piet weer terug in Velp

28 maart 1945

VI  inslag Oranjestraat Velp

4 april 1945

Piet eindelijk weer terug in Arnhem  op de Geitenkamp

14 april 1945

Komst der geallieerde

5 mei 1945

Bevrijding Arnhem

26 mei 1945

Truus terug op de Geitenkamp. Na 2% maand eindelijk weer (even) samen.

29 mei 1945.

Truus op de fiets weer terug naar Vlaardingen

2 juni 1945

Plotseling einde dagboek?.

DE WEG TERUG.

 

Op 12 maart 1945 bestaat het gezin uit vader, 34 jaar, moeder 28 jaar en dochter, vijf maanden en tien dagen oud.

INLEIDING:

 

Evenals van de wederwaardigheden, die wij beleefd hebben voor en tijdens de evacuatie in Arnhem, wil ik, nu het voorzien is dat onze evacuatie ten einde loopt, ook de wederwaardig-heden van onze terugkeer beschrijven.

Al ongeveer een half jaar zijn wij van huis, welke tijd voor het grootste gedeelte in Vlaardingen en ook een gedeelte in Schiedam werd doorgebracht.

Lang ben ik aan 't prakkiseren geweest om een weg te vinden om weer naar Arnhem terug te keren.

Berichten van Ben, evenals het verloop van de oorlog, dat deed vermoeden dat de toestand zeer spoedig een ommekeer zou kunnen nemen, deden mij besluiten pogingen in het werk te stellen weer naar Arnhem terug te gaan, welke plannen al spoedig ten uitvoer gebracht werden.

 

 

Zondag 11 maart 1945

 

Ben schrijft, dat de mogelijkheid bestaat om terug te keren naar Arnhem. Het enige bezwaar is dat ik moet gaan werken in de stellingen. Na het voor en tegen overwogen te hebben, besluiten we om aldus te doen.

Ik ga naar Arnhem en Truus en Cocky blijven voorlopig in Vlaardingen.

 

 

Maandag 12 maart 1945

 

's Morgens om zes uur stap ik op de fiets om te trachten die dag Ede te bereiken. Al spoedig blijkt dat dit niet mee zal vallen. Even buiten Rotterdam rijdt me iemand achterop, die wil trachten over de IJssel te komen. Ik berijd een fiets met massieve banden en een flinke bagage en hij een transportfiets met prima luchtbanden.

Het blijkt al spoedig dat het voor mij alles behalve mee zal vallen, om op een dergelijk vehikel een behoorlijk tempo vol te houden.

Om kwart over negen bereiken we Gouda, alwaar eerst een kop koffie gebruikt wordt.

Als we Montfoort bereiken ben ik behoorlijk uitgeput. Mijn medeberijder besluit echter mij op sleeptouw te nemen, waardoor we een veel vlugger tempo bereiken en al spoedig in Utrecht zijn, waar onze wegen zich scheiden. (12.15 uur).

Na een kort verblijf bij Tante Go, waar ik het middagmaal gebruikt heb, stijg ik om twee uur weer op mijn stalen paard voor de volgende etappe. Alles gaat goed, zij het niet voorspoedig. Vooral de steile berg bij Austerlitz is een grote hinderpaal.

Tevoren was ik Zevenbergen uit Vlaardingen tegengekomen en had hem een briefkaart voor Truus meegegeven, die hij in Vlaardingen voor mij post.

Tot Scherpenzeel gaat nu alles goed, maar hier kruip ik werkelijk door het oog van de naald. Op het Ludi Rubensplein rijdt iemand me in vlug tempo voorbij en roept iets wat ik niet versta. Een eindje verderop staat een hoge Duitse officier met zijn mamschappen langs de huizen druk te bomen. Ik zie hierin geen gevaar en rijd ze voorbij. Direct word ik door een dorpeling aangeroepen, die me wijst op een uitgebreide commandopost. Hij raadt me aan voorzichtig om te keren en om te rijden want het is voor fietsenvordering en arbeidsinzet.

Het geluk is met mij en zonder verder moeilijkheden arriveer ik even na zevenen in Ede.

Ik ben doodop en val met jas en al op de divan om eerst eens op verhaal te komen.

Na het vertellen van de diverse wederwaardigheden en het eten van een bord pap, verdwijnen we ca. tien uur onder de wol.

Ik raak direct onder zeil en voor het eerst sinds een week heb ik een behoorlijke nachtrust, want ik ontwaak pas de volgende morgen om acht uur.

 

 

Dinsdag 13 maart 1945

 

Ik heb besloten om enige dagen in Ede te blijven. Ik moet nog het een en ander op de fabriek regelen, terwijl Ben zal informeren, hoe ik verder het beste kan handelen.

Ik afwachting daarvan geniet ik zolang van de gastvrijheid van Ben en Dinie.

 

 

Donderdag 15 maart 1945

 

Mijn verblijf in Ede is om diverse redenen verlengd tot vrijdagmorgen en dan zal ik proberen om via Otterlo Velp te bereiken in de hoop dat alles veilig verloopt. Het gerucht gaat dat de O.T.ers uit Arnhem allen zijn vertrokken. Als dat waar is moet ik een andere tactiek verzinnen, want als ze naar Vreeswijk zijn, wat hier beweerd wordt, raak ik te ver van huis en haard.

Er schijnt hier trouwens wat te broeien, want de vliegtuigen zijn niet van de lucht en deponeren zo nu en dan enige bommen in de omgeving neer. Alles wijst op verhoogde activiteit.

In Schiedam konden we het verloop van de oorlog via de krant volgen, maar hier hoor je niets als geruchten, die dikwijls nog onwaar blijken te zijn, dus we weten op geen stukken na hoe het er voor staat.

 

 

Vrijdag 16 maart 1945

 

Vandaag ben ik om elf uur bij Ben vertrokken. In het dorp moest ik nog een keer wegens controle terugkeren, maar bereikte verder zonder stoornis Otterlo. Daar bracht ik een bezoek aan de familie Beumer en werd onthaald op een stevig middagmaal, bestaande uit aardappelen witte bonen met spek en een bord havermoutpap (van volle melk) toe.

Beumer is een persoon waar ik bij onze evacuatie drie dagen gelogeerd heb.

Daarna trok ik met frischen moed verder. In Hoenderloo heb ik nog geïnformeerd naar Kusters, doch deze waren al eenige maanden geleden vertrokken naar Ugchelen.

Steeds trok ik verder, hier en daar informerend of er geen controle was, doch gelukkig was alles veilig.

Toen ik ongeveer 15 kilometer van Arnhem was begon het flink en aanhoudend te regenen, wat zo tot Velp bleef, zodat ik behoorlijk nat was toen ik er aan kwam.

Het is niet te beschrijven wat ik voelde, toen ik op de Schelmseweg reed en de Geitenkamp geheel intact (tenminste dan daaruit gezien) zag liggen. Ik had er zo naar toe willen vliegen.

Onderweg had men mij al verteld dat de mogelijkheid bestond, maar dat de controle op de Geitenkamp door Feldgendarmerie zeer scherp was, zodat ik me daar niet aan waagde.

Op mijn bellen bij de familie Swart kreeg ik aanvankelijk geen gehoor.

Terwijl ik belde bij de familie Jaspers, me onderwijl afvragend hoe ik bij Jans binnen kon komen, werd echter bij Swart opengedaan.

Ik vond daar alles intact behalve de rogge, die in een kartonnen doos gestaan had en intussen door de muizen geheel verorberd was. De aardappelen en een tiental potten weck, in hoofdzaak groenten, was door Swart in veiligheid gesteld. Ook stond er nog een flinke zak gedroogde aardappelen en een weckfles witte bonen.

Ik heb eerst eens de voorraad opgemaakt en kwam tot de ontdekking dat ik wel een drietal weken vooruit kon, daarna kunnen we wel zien wat er gebeurd.

Daarna heb ik nog even een bezoek gebracht aan de familie Swart en heb de avond doorgebracht bij de familie Jaspers. Om negen uur kroop ik onder de wol.

 

 

Zaterdag 17 maart 1945

 

Ik had het voornemen gemaakt om een flink gat in de dag te slapen, maar om kwart voor zeven was ik klaar wakker. Ik ben toen nog tot half acht blijven liggen, maar kon het toen niet langer meer uithouden.

Na mijn ontbijt heb ik de lange stoffer ter hand genomen en heb de logeerkamer, keuken, trappen en gangen een goede beurt gegeven.

Na de koffie (bij de familie Jaspers) heb ik mijn middagmaal gebruikt bestaande uit pap.

Na de middag heb ik een bezoek gebracht aan de familie Duits, na eerst alles klaargemaakt te hebben voor het eten (hutspot). Voor het koken zorgt mevrouw Jaspers.
Toen ik om vijf uur thuis kwam was m'n prakkie net klaar zodat ik gelijk aan kon vallen.

Na het waschen der vaten heb ik enige brieven geschreven aan de familie Scholte te Ede, de familie Scholte te Schiedam, familie Verroen te Utrecht en de familie Koster te Oosthuizen.

Maandag gaat er waarschijnlijk iemand naar Amsterdam die dan weer diverse brieven voor me meeneemt, waardoor de brieven vlugger aankomen.

Het is nu acht uur, ik ga proberen wat te lezen en dan kruip ik maar weer onder de wol. Zo sukkel ik de dagen maar door. Vandaag heb ik nog het een en ander te ruimen gehad en de paar eerstvolgende dagen heb ik ook nog wel wat te doen, maar daarna zal het wel eentonig worden. We zullen maar hopen dat het niet te lang duurt.

 

 

Zondag 18 maart 1945

 

Het is vandaag zondag. Ik heb net ontbeten en ga maar eens een brief schrijven aan mijn dierbare eega. Veel stof heb ik niet, want het meeste heb ik al in dit dagboek verwerkt, maar dan hoort ze over enige weken weer eens wat van me. Wanneer zal ik post ontvangen?

Ik hoop dat het niet te lang duurt want ik ben razend benieuwd naar m'n vrouw en dochter.

Ik heb vanmorgen de kamer weer eens een flinke beurt gegeven en gezelliger gemaakt. Bij het raam staat een rooktafel met fauteuil. In het midden ligt ons kleed, waarop een tafel en vier stoelen en de achterste helft is als slaapkamer ingericht. Voor het bed ligt onze keukenmat. Het is tenminste een beter gezicht.

 

 

Dinsdag 20 maart 1945

 

Maandag is hier in Velp weer eens een scherpe controle op straat geweest. Een soort vliegende controle van de eene straat naar de andere. Den geheele dag ben ik binnen gebleven, evenals gisteren, maar vandaag moet ik even weg.

Het blijft steeds onrustig in de lucht. Aan het geluid te horen zou ik zeggen dat het krijgstoneel meer en meer deze richting nadert.

Gisterenmiddag is beneden iemand uit Amsterdam gearriveerd. Hij gaat waarschijnlijk morgenochtend weer terug en zou enige brieven voor mij meenemen, dus ga ik ze eerst maar klaarmaken.

Wat het eten betreft, dat kook ik bij de familie Jaspers, die me direct hun welwillende medewerking hebben toegezegd. Alleen loop ik hopeloos vast met het maken van jus, want daar heb ik niets voor.

's Morgens ga ik koffie drinken bij de familie Jaspers en 's avonds zit ik er van zeven tot negen, eveneens onder het genot van een kop (zwarte) koffie, zodat ik ongeveer om half tien op bed lig.

's Morgens ontwaak ik in de regel tusschen half zeven en zeven uur, maar blijf dan nog een poosje liggen lezen.

 

 

Woensdag 21 maart 1945

 

Vandaag is bekend gemaakt dat vrijwilligers gevraagd worden voor arbeid in Arnhem met voordelige aanbieding wat loon en voeding betreft.

Van andere zijden schijnen echter eveneens maatregelen tegen de arbeiders genomen te worden. Gisterenmiddag is tenminste een groep arbeiders, die op weg naar huis was, van Drielsche Veer tot het Willemsplein door jagers achtervolgd en beschoten, waarbij verscheidene dooden en gewonden gevallen zijn.

 

 

Donderdag 22 maart 1945

 

Wat te voorzien was is gebeurd, de oproep voor vrijwillige melding voor arbeiders heeft hoegenaamd geen succes gehad. Zeer spoedig zijn echter de gevolgen gebleken. Reeds vandaag werd bekend gemaakt dat alle Velpsche inwoners en evacués tussen 17 en 50 jaar zich moesten melden. ook diegenen, die voor voedselvoorziening en Wehrmacht werken, komen hiervoor in aanmerking. Als vanouds zijn bij het niet melden zeer strenge straffen in het vooruitzicht gesteld.

Vanmorgen is het Malburgsche veer, dat veel voor transport van O.T.-arbeiders gebruikt wordt, getorpedeerd en gezonken.

 

 

Vrijdag 23 maart 1945

 

Vandaag is het de dag der melding van personen die geen ausweis hebben. Zij moeten reeds morgen werken van zeven tot een uur. Zes uur aantreden dus. Overige dagen, ook zondagen, van zeven tot zes uur. Zeer velen melden zich.

De Velpsche politie heeft het druk met het vorderen van fietsen. Al berijdt men nog zo'n oud vehikel zonder vergunning, dan wordt deze onherroepelijk in beslag genomen.

 

 

Zaterdag 24 maart 1945

 

Vandaag is de eerste dag van de Velpsche bewoners. Zij hebben gewerkt tusschen de splitsing van Rijn en IJssel, dus niet in Arnhem zoals aanvankelijk medegedeeld was; de Engelse jagers waren in de omgeving daarvan flink in actie met granaten en nevelgranaten. Slachtoffers zijn er echter niet gevallen.

Niettegenstaande de lucht vandaag betrok, is de activiteit in de lucht niet minder dan gisteren, toen het een stralende zomerdag was.

Van de vroege ochtend tot de laten avond is het gebrom niet van de lucht. In de ochtend en de avondschemering zijn de V1's nog steeds volop in actie.

Gisterenmiddag is hier voor de Duitsers het tweede alarm afgekondigd, dat betekent dat zij zich gereed moeten houden om bij het derde alarm direct te kunnen vertrekken. Diegenen die hier beneden zitten begonnen al direct alles voor vertrek gereed te maken.

Gisterenmiddag is hier een grote groep arbeiders uit Wageningen voorbij gekomen. Het is jammer dat ik het zelf niet gezien heb, want de mogelijk is groot dat Kerklaan erbij was.

 

 

Zoojuist had ik een ongeluk, dat gelukkig nog goed is afgelopen. Ik streek een lucifer aan een huishouddoosje af, maar de kop vloog eraf en viel brandend in het luciferdoosje, met gevolg dat er direct een grote steekvlam uitschoot, echter zonder verder schade aan te richten. Het aantal slachtoffers bedroeg 400. Is dat even zonde.

 

 

Zondag 25 maart 1945

 

Het is nu zondagavond. De dag is als een slak voorbij gekropen. Wanneer zal hier een eind aan komen? Het ergste is dat je op zulke dagen zo gaat piekeren en dan zou je zoo de fiets wel willen nemen om bij vrouw en kind om een hoekje te gaan kijken. Wanneer zal ik het eerste levensteken van hen horen?

Het is vandaag de veertiende dag dat ik van huis ben. Ik geloof echter dat als we nog zo'n periode achter de rug hebben, we wel meer zullen weten.

Vandaag ging hier het hardnekkige gerucht dat op diverse plaatsen w.o. Wehl, Zevenaar e.o. parachutisten neergeworpen zijn. Als dat waarheid bevat dan zit er toch wel tekening in.

Het was aanvankelijk mijn plan op te proberen de Paaschdagen in Ede door te brengen, maar dat zal, gezien de geregelde razzia's, wel niet lukken. Misschien dat het de daarop volgende zondag, als Ben jarig is, beter gaat.

Zojuist weer een brief aan mijn wederhelft beëindigd. Ik heb kans dat er een dezer dagen iemand naar Rotterdam gaat, die dan de brief voor me meeneemt. Dat zou nog eens veel lijken op een vooroorlogse bezorging.

Het wordt weer tijd voor een kop koffie bij de buren, waarna we weer onder de wol kruipen in afwachting wat de maandag brengen zal.

 

 

Woensdag 28 maart 1945

 

Na een paar rustige dagen, waarin niets bijzonders te melden was, is het vannacht een nacht geweest, die ik niet licht zal vergeten.

Om kwart over een schrok ik wakker van een hels kabaal. Zowel buitens- als binnenshuis. Het huis stond te schudden, glas, hout, gordijnen, verduisteringsmateriaal, alles vloog door de kamer. De zonneluiken waren open geslagen en naar buiten kijkend zag ik vlakbij een vuurgloed. M'n pantoffels waren verdwenen, zodat ik, wat ik later pas ontdekte maar op dat moment niet besefte, over de op de hele grond bezaaid liggende glasscherven heen naar de kaars strompelde om bij het kaarslicht de schade op te nemen. Geen ruit bleek meer heel. Zelfs het raam was in stukken uiteengeslagen.

Waarom weet ik niet, maar ik had pas mijn bed met het hoofdeinde in de richting van het raam geplaatst en dat was mijn geluk. Mijn bed lag bezaaid met glasscherven, zowel grote als kleine stukken en had het bed dwars of andersom gestaan dan was ik er wellicht niet zo goedkoop van af gekomen. Terloops loop ik in de het donker even de gang op en zie dat aan alle kanten de schade groot is.

De heer Swart kwam intussen naar boven om een rondgang te doen. 's Morgens om zes uur hoorde ik overal de ruimers bezig.

Daar ik tot die tijd amper een uurtje geslapen had en er in die tijd nog vijf bommen in de omgeving neergekomen waren (gelukkig allemaal buiten de bebouwde kom) besloot ik dit goede voorbeeld maar te volgen.

 

 

Mijn eerste werk was om de schade op te nemen. De huiskamer was nog intact. Van de slaapkamer was alleen de verduistering voor het ene raam weggeslagen, maar de keuken zag er minder rooskleurig uit. Hier was het raam geheel uit het kozijn geslagen, een stijl in de keuken geslingerd, vermoedelijk met zo'n kracht dat de klamp van de bovenste plank van de keukenkast van de muur geslagen was, met het gevolg dat de hele boel is gaan schuiven. Ook het knipje van de deur had het begeven, waardoor het hele stel dat op de bovenste plank stond over de grond verspreid lag. Fleschen en vazen in scherven en levensmiddelen door elkaar.

Direct ben ik gaan ruimen, wat er te ruimen viel. Van de peulvruchten kan ik nog heel wat redden, een flesch olie lag heel tusschen de scherven, maar de rest was een kliek.

Jam, azijn, meel, gortmout, appelmoes, snijbonen, alles was zo'n hopeloze bende, dat hiervan niets meer te redden viel, ook een gedeelte van de peulvruchten, dat hierin terecht gekomen

was, moest verdwijnen. Wat een troosteloze aanblik was dat.

Toen de keuken eenmaal opgeruimd was, ben ik eerst gaan kijken wat er eigenlijk gebeurd was. Het bleek dat er een V1 terecht gekomen was in de Oranjestraat, recht tegenover de achteruitgang van Swart.

Op het ogenblik zijn er al zestien doden geborgen, het aantal gewonden wordt niet genoemd, maar wel worden nog enige personen gemist.

Hierna ben ik boven een kijkje wezen nemen. Het bleek dat het hele dak aan de voorzijde zeer zware dakpanschade had. Tenslotte heb ik het hele dak van glas en ander ongerief gezuiverd, waar ik om ongeveer twaalf uur mee klaar was.

Het is me wel een nachtje geweest, om niet gauw meer te vergeten.

Gelukkig dat ik hier alleen bivakkeer, want Truus had zich geen raad geweten van angst. De logeerkamer was door dat alles onbewoonbaar geworden, zodat ik besloot om naar de slaapkamer van Aaf en Jans te verhuizen. Door de consternatie had ik helemaal vergeten om voor m'n prakkie te zorgen. We zullen maar proberen of dit vanavond klaargemaakt kan worden. Ik heb voor vandaag gedroogde appeltjes Die mieterse dingen zetten zo uit dat ik voor ongeveer twee dagen in de week heb gezet. Ik heb toen maar gelijk voor twee dagen aardappels geboend, dan maak ik morgen een prakkie. Ik had het eerst door mevrouw Jaspers klaar willen laten maken, maar zij hebben helemaal geen aardappels en eten tussen de middag niet. Dan vind ik het te sneu om voor mij te laten koken en daarom heb ik mevrouw Swart in de arm genomen en zij zorgt er nu voor.

Nu ga ik nog even de Rotterdam zoeken en dan even kijken hoe het bij de families Duits en Hekkelman afgelopen is en dan is het weer etenstijd.

 

 

Donderdag 29 maart 1945

 

Gisterenmiddag was ik bij de familie Duits. Zij vroegen of ik hen niet kon helpen met het herstellen van het dak, daar Pa reeds geruime tijd in het ziekenhuis ligt.

Vandaag heb ik aan dit verzoek gehoor gegeven. Het was nog een heel karwei. Ik ben er van half negen tot bij twaalven mee bezig geweest.

Vannacht weer verscheidene V1's, waarvan er weer enkelen in de buurt neergekomen zijn. Maar gelukkig buiten de bebouwde kom.

 

 

Vrijdag 30 maart 1945

 

Ook vannacht is het weer erg onrustig geweest. Bovendien loeide er een flinke storm, wat het geluid van de V1 nog angstiger maakte.

Vandaag heb ik, op verzoek van de heer Swart, de kamer naast de keuken van glasscherven ontdaan. Zelfs de scherven van vijf oktober lagen er nog. Het was een hopeloze ruïne.

Arnhem Zuid is niet meer toegankelijk voor O.T.-arbeiders en er zijn mijnen gelegd. Hierna moet de binnenstad aan de beurt zijn. Het wemelt vandaag weer van bommenwerpers en van jagers.

 

 

Zondag 1 april 1945          PASEN

 

Aan mijn voornemen om bij Ben de Paasdagen door te brengen, heb ik geen gevolg kunnen geven, daar het zowel op de weg als in de lucht zeer onrustig is.

Op de weg, wat betreft de Duitse voertuigen en in de lucht de Engelsche jagers, die geregeld in de omgeving duikvluchten ondernemen en schijnbaar zowel verkeer als afweergeschut onder vuur nemen.

Vanmiddag heb ik zelf nog zo'n Engelse jager neer zien schieten, die aanvankelijk dreigde midden in het dorp neer te storten. Hij kon zelfs met heel veel moeite de toren van de katholieke kerk ontwijken. Door geheel om zijn as te draaien en daardoor het gevaar om met zijn linkervleugel tegen de toren te stooten af te wenden. Het was een angstwekkend gezicht.

Om de tijd de dooden heb ik 's middags de lege weckglazen zoo ingepakt dat ze tegen een stootje kunnen.

De V1's zijn, wat afschutplaats betreft, weer eens verhuisd, zodat we daar gelukkig geen last meer van hebben. Wat zal ons hier echter nog boven het hoofd hangen?

 

 

Maandag 2 april 1945

 

Buiten de gewoonte, voor enige malen per nacht even uit bed te stappen, heb ik vannacht heel rustig geslapen, tot ik om kwart voor zeven wakker schrok van een hevig fluiten der granaten en van de niet minder hevige inslag in de omgeving. Bovendien loeide nog steeds de storm hevig, wat het geheel nog angstiger maakte.

Ik besloot al spoedig om mij aan te kleden en maar na de kelder te gaan van de familie Swart. Daar bleek ook alles reeds ter been.

Intussen bleef het over en weer afvuren der granaten steeds door te gaan, totdat na drie uur eindelijk de rust weerkeerde. Voor hoelang?

Vannacht om drie uur is het gros der Duitsers hier beneden vertrokken. Slechts drie man bleven achter, om de nog niet gereed zijnde wagens af te werken.

Een hunner had gisterenavond dit granaatvuur aangekondigd en vertelde zo juist, dat we morgenochtend een nog veel heviger duel konden verwachten. Ik hoop maar dat hij het mis heeft.

Zojuist kwam de gedachte in mij op om te proberen schriftelijk met Smit, die op de Geitenkamp woont, in verbinding te komen. Jongens onder de veertien jaar hebben, naar ik hoorde, vrij toegang. Gisterenavond hoorde ik toevallig van een, die er geregeld naar toe gaat. Ik zal eerst eens proberen of Monsees nog in de Looierstraat zit.

Zojuist terug van de Looierstraat. Ik hoorde dat Monsees reeds sinds oktober op de Geitenkamp zit en dat de mogelijkheid bestaat langs slinkse wegen op de Geitenkamp te komen.

Vlug de fiets gepakt. Vanmiddag op de Geitenkamp geweest. Omdat de versperring op de Hertenlaan tegen de grond lag, kon ik er gemakkelijk binnen komen.

Ons huis bood een troosteloze indruk. Kasten, dressoir, ed. waren met een breekijzer finaal opengebroken en beschadigd. Alles lag over en op elkaar. De keukenruiten waren allemaal kapot. Verder zijn de ruiten allemaal nog heel.

Ik miste: gestikte deken, zwart pak, goede overhemden, japonnen, alle kaartjes stopwol en stopzij. Ik moet er nu eerst een hele dag trachten te komen om de boel eens geducht op te ruimen. Eerder kan ik de verdere schade en vermissing niet beschrijven.

Wel is alle weck, gedroogde appelen ed. verdwenen.

Ook wil ik trachten me er clandestien te vestigen, om te voorkomen dat er nog meer geroofd wordt.

Morgen ga ik hier alles inpakken en m'n fiets repareren en dan wil ik trachten morgenavond of woensdagmorgen daar heen te komen.

Ik heb bij Monsees nog twee havermout pannenkoekjes gegeten en bij Smit een compleet middagmaal, bestaande uit aardappelen, jus, vleesch, witlof en als toespijs gort in melk gekookt.

Even voor achten (zomertijd) was ik weer in Velp terug, daar ik op de Geitenkamp opgehouden werd wegens hevig granaatvuur en bombardement.

De families Swart en Jaspers waren natuurlijk zeer nieuwsgierig naar mijn bevindingen.

Daar het in het luchtruim grondig spookt, vond de familie Swart het te gevaarlijk om mij alleen boven te laten slapen en bood mij een slaapplaats in de kelder aan, wat ik graag accepteerde.

 

 

Woensdag 4 april 1945

 

Voor het eerst in meer dan een half jaar in mijn eigen bed geslapen !!!!!!!

"DE WEG TERUG" gaf ik dit dagboek als titel.

Vandaag is het voor mij zover gekomen en nu zit ik op de Geitenkamp.

Gisteren heb ik in Velp alles ingepakt, wat ik direct nodig dacht te hebben en vanmorgen ben ik met een zwaar beladen fiets naar de Geitenkamp getogen.

Hier heb ik eerst gezorgd dat de slaapkamer zover is, dat ik er weer kan slapen en daarna heb ik een begin gemaakt met de huiskamer, in hoofdzaak bestaande uit het wat oogenlijk maken van het dressoir en het beter werken van de laden ervan. Ik heb zowat twee uur nodig gehad, om alleen de drie laden eruit te halen, zoo vast zaten ze, maar nu gaan ze heel wat beter.

Vanmorgen heb ik nog getracht brood te krijgen, maar in Velp was geen brood meer.

Ik ga nu de avond bij Smit doorbrengen en zie dan maar wat de nacht brengen zal.

Wanneer zal het voor mijn vrouw en dochter "DE WEG TERUG" zijn ?

 

 

Donderdag 3 april 1945

 

Ik ben vanmorgen weer naar Velp geweest. Met levensmiddelen is het hopeloos. Ik heb geld gehaald bij de AKU en nog wat goed o.a. kamer- en keukenkleed opgehaald.

Verder heb ik mijn aandacht besteed aan de huiskamer, tussendoor in de keuken wat geredderd.

Evenals de vorige avond lag ik, na een bezoek bij de familie Smit, ongeveer half elf op bed.

Beide nachten waren rustig.

 

 

Vrijdag 6 april 1945

 

De huiskamer is klaar en ongeveer als voorheen. Ik heb daarna nog de kist van Blom uitgegraven en daarna m'n dagboek bijgewerkt.

Tevens moet ik een brief schrijven.

Vanmorgen deed ik de ontstellende ontdekking dat het kinderledikantje weg is. Ik had het al eerder gemist, maar ik dacht dat het in Velp was. Dat bleek niet zo.

Er is nog een kans dat het door een op de Geitenkamp bestaand organisatie weggehaald en uitgeleend is. Dan komt het wel weer in orde. Ik kan echter jammer genoeg niet informeren of laten informeren.

Wat de verdere vermissing betreft. Ik mis wel enige artikelen, maar dat kan Truus beter overzien. Die weet beter wat er allemaal in huis was.

 

 

Zaterdag 7 april 1945

 

Vandaag is de keuken in aanzien hersteld. We hebben zo ongeveer zo'n zestig weckpotten (natuurlijk leeg) als ze tenminste allen nog te gebruiken zijn. Hierna ben ik naar Velp gegaan om te trachten wat op m'n bonnen los te krijgen.

Ik had niets verwacht en bracht mee: twee brooden, 300 gram vette kaas, 40 gram olie en 250 gram zuurkool, waarvoor een extra bon bekend was gemaakt. Zo had ik dus een rijke vangst. Wel zijn de broodbonnen nu verlengd zodat praktisch het weekrantsoen van 1200 tot 800 gram is teruggebracht.

Toen ik bij de familie Jaspers kwam, wachtte me daar een verrassing in de vorm van een brief van mijn vrouw, die ik nog lang niet verwacht had. Het bleek dat De Haas hem voor een groot gedeelte meegebracht had, zodoende was hij maar ongeveer 14 dagen onderweg geweest.

Niettegenstaande ik gisteren pas een brief verstuurd heb, zal ik nu de pen maar weer ter hand nemen om deze te beantwoorden.

Met dit blaadje is de eerste helft van mijn dagboek vol. Ik hoop dat de hereniging plaats vindt vóór de tweede helft verbruikt is.

 

 

Dinsdag 10 april 1945

 

Wat hangt ons nu weer boven het hoofd?

Deze of dergelijke vraag spookt momenteel ongetwijfeld door het hoofd van vele menschen, die op het ogenblik de Geitenkamp bewonen.

Het begon gisterenavond omstreeks zes uur.

Aan de horizon verscheen een vliegtuig die een lange rechte streep trok, schijnbaar om de aandacht te trekken. Boven de Geitenkamp ging hij cirkelen tot er een duidelijke 8 aan de lucht stond. Toen werd de uitlaat afgezet en het proces was verlopen.

De tweede gebeurtenis speelde zich vannacht om een tot twee uur af.

Er ontplooide zich boven de Geitenkamp een zwaar granaatspervuur. Overal hoorden we ontploffingen, eerlijk gezegd was ik niet gerust boven in m'n bed, maar waar moest ik heen? Behalve de slaapkamer was er niets verduisterd, want de verduistering was geheel vernield en op straat was het natuurlijk heel onveilig. Tenslotte kwam ook hier weer een eind aan en viel ik weer in slaap.

 

Om half zeven werd ik wakker van druk praten op straat. Ik stak m'n voelhorens eens uit en hoorde toen dat de granaten pamfletverspreiders geweest waren. In deze pamfletten stond dat, wegens het zich samentrekken van Duitschers op de Geitenkamp, deze stadswijk twaalf uur na het verspreiden van deze pamfletten door granaten en bommen zou worden aangevallen. Een uur daarvoor zouden als waarschuwing een serie granaten in de lucht ontploffen. Vlug werd door een ieder het nodige bijeengepakt in afwachting van de aangekondigde waarschuwing. Ook ik toog aan de pakkerij, daartussendoor zorgend voor het middagmaal. Eenige malen hoorde ik op straat schieten, maar schonk daar geen aandacht aan, tot ik plots hoorde, dat er een scherpe razzia op mannen werd gehouden. Gelukkig liep ook dit zonder ongelukken af. Nadat ik wat erwtensoep had gegeten en bij Smit een paar sneetjes brood met jus en een flink stuk vleesch, trokken we om ongeveer twaalf uur naar een boerderij even buiten Roozendaal om daar af te wachten, wat het verdere verloop zal zijn.

Het is nu ongeveer half twee. Dat zou ongeveer twaalf uur na het verspreiden van de pamfletten zijn en zowaar gaan reeds enige granaten in de richting van de Geitenkamp. Dat zou dus betekenen dat over een uur de Geitenkamp gebombardeerd wordt.

Het is nu avond en we zijn weer terug op de Geitenkamp. Het was de bedoeling om vannacht in Roozendaal te blijven, maar er waren geen slaapplaatsen en omdat alles weer betrekkelijk rustig was zijn we weer teruggetrokken.

 

 

Woensdag 11 april 1945

 

Een rustige dag wat betreft granaten en vliegtuigen. Gisterenmiddag is Velp gebombardeerd. Ik zat net bij de kapper en was half gekapt toen de vliegtuigen in zwermen aankwamen en met boordwapens en raketbommen de omgeving bestookten, gelukkig zonder burgerslachtoffers te maken.

Gisterenmiddag zijn op de Geitenkamp ook nog vijf slachtoffers gevallen, waarvan vier uit één gezin, allen van de Fokke Noordhof. Zij waren bezig weg te trekken.

 

 

Donderdag 12 april 1945

 

Vandaag een dag der verschrikkingen.

Vanmorgen ging ik naar Velp om te trachten brood of iets dergelijks te krijgen. Ik kon alleen een half pond kaas bemachtigen. Ik ging nog even naar Jaspers en amper was ik er binnen of de granaten vlogen me om de oren. Verscheidene gebouwen in de omgeving waaronder de groenteboer naast Swart kregen een voltreffer. Zodoende had ik een langdurig oponthoud en heb tenslotte m'n rantsoen kaas maar als middagmaal gebruikt. Ik had er op gerekend om tegen half een thuis te zijn en ik kwam pas tegen vieren.

Het eerste werk was voor m'n middageten zorgen, maar ook dat ging niet zonder onderbreking, want er volgde nu een bombardement van ongeveer twee uur op de Velperweg en omgeving. Het werd zodoende zes uur eer ik ging eten.

De rust duurde echter maar kort, net lang genoeg om de vaten te wasschen en de keuken een beurt te geven.

Om ongeveer half negen brak de granatenhel zodanig los, dat we bij Jacobs de schuilkelder inschoten en er tot aan de volgende morgen hoegenaamd niet uitgeweest zijn.

 

 

Vrijdag 13 april 1945

 

Gelukkig is de verschrikkelijke nacht voorbij. Bijna aan een stuk door een spervuur van granaten op de Geitenkamp en omgeving, soms zo erg dat het leek dat ze in het pand zelf insloegen.

Om zes uur zijn we onder de wol gekropen en hebben zowaar tot bij negenen geslapen toen weer plotseling een hevig granaatvuur losbrak, wat echter maar van korte duur was.

We hadden een stille hoop dat we in de morgen de Tommies zouden zien, maar ze zijn op het ogenblik nergens te bespeuren. Het is zelfs de vraag of ze er al zijn.

 

 

Zaterdag 14 april 1945          DE DAG DER BEVRIJDING VAN DE GEITENKAMP!!!!!!!!

 

Gisterenavond is het weer een granaathel geweest tot ongeveer twee uur, maar nadien heb ik gelukkig tot kwart voor zes bijna ongestoord geslapen.

Toen het begon te dagen kon ik het niet langer uithouden en moest ik buiten eens gauw gaan kijken hoe het huiske van ons er uit zag. Gelukkig was alles nog steeds oké.

Even later kon ik m'n medeschuilbewoners wakker maken met de mededeling dat de Tommies waren gearriveerd. In de loop van de dag werden ze nog verscheidene malen onthaald op granaatvuur van Duitse zijde.

's Middags had ik al een echte Engelsche sigaret tusschen de lippen, een churchman, wat een genot was dat goudgele tabak. En duizelig!

 

 

Zondag 15 april 1945

 

Wat een rustige nacht hebben we gehad, werkelijk ongelooflijk. Vanmorgen heb ik een stuk Engelsch witbrood geproefd.

Juist wilde ik met Smit m'n eigen gaan melden voor de Hulppolitie toen we gewaarschuwd werden dat een broeinest van 600 à 700 "smerige honden" dat in de bosschen verscholen zat even uitgeroeid moest worden en waar ze nu met vlammenwerpers en lichte pantserwagens mee bezig zijn.

 

 

Maandag 16 april 1945

 

Gisteren de eerste Engelsche sigaret gerookt. Vandaag had ik een zestigtal sigaretten, 1 stuk chocolade, 1 stuk toiletzeep en Canadese scheermesjes, alles van prima kwaliteit en het resultaat van enige uren slenteren langs de Rosendaalseweg en hier en daar een praatje maken met de Tommies.

 

 

Dinsdag 17 april 1945

 

Zo'n ongekende nachtrust als vannacht heb ik in tijden niet gehad.

Ik heb nog vergeten te melden dat de vorige nacht een onafgebroken spervuur gericht was op Velp. De duur daarvan was ongeveer twee en een half uur en wel van half vier tot zes uur en ontaardde om vijf uur in een ongekend trommelvuur.

Vandaag werd tweemaal 1 ons vleesch en 1x 400 gram brood aan de bevolking verstrekt.

Ik heb nog steeds geen distributiebescheiden, zoodoende kan ik ook niet meedelen, maar ik trek er morgenochtend weer op uit zal alles op alles zetten. Vandaag heb ik ook al een vijftal pannen op het dak vernieuwd. Dat was de enige schade die Sperwerstraat 19 van het spervuur der granaten heeft gehad.

Trouwens de hele Sperwerstraat is er goed afgekomen in tegenstelling met de rest van de Geitenkamp. Vooral onderaan de Geitenkamp is de schade aan de huizen erg groot en zijn zeer veel woningen totaal onbewoonbaar en de inboedels zwaar beschadigd. We hebben dus geen klagen.

 

 

Zaterdag 21 april 1945

 

In vier dagen niets in het dagboek geschreven. Er gebeuren hier ook geen dingen van betekenis. Vandaag heb ik eindelijk mijn distributiebescheiden ontvangen, zoodat ik nu ook in aanmerking kom voor de extra verstrekkingen van levensmiddelen.

We zitten hier nog steeds opgesloten en mogen, tot nadere aankondiging, onder geen voorwaarde de Geitenkamp verlaten. We horen zelfs niet hoe het met de omliggende plaatsen gesteld is.

Wat de voedselvoorziening betreft; deze is nog niet veel beter. Brood is zeer sporadisch te krijgen, aardappelen wat beter. Wel hebben we 500 gram Engelschen biscuits per persoon gehad.

 

 

Woensdag 25 april 1945

 

Weer is het vier dagen geleden dat ik het dagboek ter hand nam.

Onder het genot van een zwart kopje koffie wil ik weer enige regels neerschrijven.

Nog steeds zitten we hier op de Geitenkamp geïsoleerd, zonder dat we weten wanneer dit isolement opgeheven zal worden. Zelfs postverkeer met mijn vrouwtje is niet mogelijk. Zoo gaan we maar van de ene in de andere dag, de dagen vullen met diverse huis en tuin karweitjes.

Zo heb ik (voor het gezicht tenminste) de chaotische toestand in huis geheel ongedaan gemaakt, wat gespit en gezaaid, een flinke voorraad brandhout aangesleept, twee nieuwe schappen in de kelder gemaakt en dergelijke dingen meer.

Ook zorg ik er voor dat de familie Smit, waar ik al eenige weken in de kost ben (en wat een goed kosthuis) de boodschappen steeds in huis krijgt, waarvoor ik elke dag enige uren in de rij moet staan.

Vandaag was het half elf kaas, half twee witlof en half vijf brood, welke laatste ik nu moet halen. Tot wederschrijvens dus.

 

 

Zondag 29 april 1945

 

Het is vandaag zondag, nat, koud en guur. Het lijkt buiten dan ook meer op midden november dan op eind april.

Na de kerk en het ontbijt heb ik gebruik gemaakt van de gelegenheid pastoor Van Loon, die weer op de Geitenkamp teruggekeerd is, in het parochiehuis te begroeten.

Na het halen van brood en het inleveren van de melkbonnen was het intusschen half twaalf geworden. Ik heb toen een lekker houtvuurtje in de haard aangelegd, waardoor het in de kamer behaaglijk werd.

Na het eten heb ik oudergewoonte op enige stoelen een uurtje gedut en nu heb ik het dagboek maar weer eens ter hand genomen.

Gisteren hebben we eindelijk de lang beloofde stempel op ons persoonsbewijs ontvangen, zodat we nu de Geitenkamp weer vrij kunnen verlaten en betreden.

Ook met het eten zij we weer een stap op de goede weg, want de gisteren bekend gemaakte nieuwe bonnen beloven ons heel wat meer, als de vorige periode.

Alleen de postverbinding is nog steeds niet hersteld, terwijl bovendien de westelijke provincies nog steeds in handen van de Duitschers zijn, zodat ik nog steeds taal noch teken kan laten horen en kan ontvangen van mijn vrouw.

We hopen echter dat de oorlog binnen enkele dagen beëindigd is, daar er al tekenen op wijzen.

Gisteren heeft Himmler namelijk Duitslands capitulatie aangeboden aan Engeland en Amerika maar niet aan Rusland, zodat deze niet geaccepteerd is. Naar aller mening zal een volgende capitulatie niet lang uitblijven en dan …..

Dan zullen we waarschijnlijk zeer spoedig wat van elkaar laten horen, ja dan is het zelfs mogelijk dat we gauw met z'n drieën herenigd zijn in onze woning op de Geitenkamp, waar onze dochter dan, na haar eerste maanden in ballingschap doorgebracht te hebben, voor het eerst de ouderlijke woning betreedt en voor ons drieën pas dan het echte gezinsleven een aanvang neemt, in de hoop, dat we verder rustig en ongestoord bijeenblijven.

 

 

Maandag 30 april 1945       MIJN PRINSES (TRUUS) IS VANDAAG JARIG

 

Vele Nederlanders zullen dit gezegde vandaag bezigen en elkaar gelukwensen met de herdenking van dit feit, de hoop daarbij uitsprekend dat de ballingschap van Prinses Juliana spoedig een einde moge nemen.

Toen ik vanmorgen wakker werd had ik eenzelfde gedachte, alleen betrof het hier niet Prinses Juliana, maar mijn eigen prinses, mijn eigen lief vrouwtje die vandaag eveneens haar geboortedag herdenkt en ook in ballingschap verkeert. Het mag dan niet zo lang zijn als Prinses Juliana en ze mag dan niet in het buitenland vertoeven, toch is er op het oogenblik een breede kloof tussen haar en mij die voorlopig niet te overbruggen is.

We hopen echter spoedig elkaar weer te zien en moeten daarom maar geduldig wachten op de gelegenheid, elkaar geluk te wenschen met de herdenking van bovengenoemd heuglijk feit.

 

 

Vrijdag 4 mei 1945

 

Het is alweer vier dagen geleden dat mijn lief vrouwtje verjaarde.

Ik hoop dat het voor haar niet zo'n saaie dag is geweest als voor mij. Vanaf die dag heeft het bijna gestadig geregend en vandaag (het is nu twee uur) is het nog geen ogenblik droog geweest.

Gisteren ben ik in Velp geweest en heb daar een bewijs gekregen om zondag a.s. naar Ede te kunnen. Ik ben zeer benieuwd hoe ze daar de oorlogsdagen doorgebracht hebben. Tevens kan ik daar m'n grijze pak en goede jas eens ophalen, dan lijkt mij voor de zondag tenminste wat meer.

Dit is reeds het achtste blaadje van mijn dagboek, dat wacht op verzending naar het waterland. Hoevelen zullen er nog volgen? Zal dit dagboek wel groot genoeg zijn?

Ik hoorde bijv. vandaag van Donselaar dat hij terug moest komen, anders zou een ander in zijn winkel gezet worden, maar vrouw en kinderen moest hij achterlaten.

Wel zijn ze vandaag in Velp en Roozendaal begonnen met de registratie van de Arnhemse evacués teneinde ze zo spoedig mogelijk weer naar hun haardstede te kunnen laten terugkeren.

 

Zaterdag 5 mei 1945          BEKENDMAKING DER CAPITULATIE.  NEDERLAND VRIJ !!!!!!!!!

 

Gisterenavond laat werd er in de omgeving flink geschoten. Het leek wel of het oorlogs-gerommel weer terug kwam. We hebben zitten gissen wat het kon zijn, maar beschouwde het enkel als oefening.

Vanmorgen stond ik bij de slager in de rij toen iemand vertelde dat heel Nederland vrij was. Wat schrok ik (van blijdschap). Ik kon het niet geloven, want gisterenavond hoorde ik radio Oranje nog en die wist er niets van te vertellen. Op het aanplakbord zat echter de krant van vandaag met de bijzonderheden omtrent de capitulatie. Dit gaf echter de doorslag.

Dus het is waar, het ongelooflijke is gebeurd en een diepe zucht van verlichting welde uit mijn hart op.

Nu nog de volgende stap. De terugkeer van vrouw en dochter, dan kan ons gezinsleven weer hervat worden. En nog wel een gezinsleven anders dan voorheen, waar we beiden nog aan moeten wennen, want ons gezin is nu met een persoon vermeerderd en juist deze vermeerdering geeft aan het gezin een hele andere loop.

Moeilijke tijden staan ons ongetwijfeld nog te wachten wat betreft de voedselvoorziening, maar met de hulp van boven zullen we samen deze moeilijkheden wel te boven komen.

M'n hart gelucht en daarna m'n maag gevuld is het nu weer tijd om in de rij te gaan staan, nu voor de gaarkeuken. Daar zal ik wel zo'n anderhalf uur mee zoet zijn. Dan boodschappen doen in Velp, vervolgens melk halen en daarna eten, de vaten wasschen en tenslotte eigen schoonmaak en dan zal het wel hoog tijd zijn voor bed.

Gezien bovengenoemde opsomming is het ook hoog tijd voor iets anders, nl. de terugkeer van de vrouw des huizes. Maar niet gewanhoopt, ook zal dat spoedig wel weer gebeuren. Zoals de papieren nu staan heb ik, gezien mijn dagelijkse werkzaamheden, eigenlijk geen tijd om terug te keren, maar de oproep zal mijns inziens niet lang meer uitblijven.

 

 

Maandag 7 mei 1945

 

Gisteren ben ik in Ede geweest en vond daar alles in beste welstand. Ik hoorde dat Harry tweemaal in Ede is geweest, ik begrijp alleen niet waarom de gelegenheid niet benut is om mij een brief te doen toekomen. Dat was toch een mooie gelegenheid geweest.

De reis naar Ede was niet gunstig. Ten eerste had ik met storm tegen te kampen en ten tweede moest ik halverwege Arnhem-Ede de rechte weg verlaten om via Otterlo te gaan, wat een omweg van ongeveer 10 kilometer is.

 

 

Dinsdag 8 mei 1945

 

Gisterenavond sprak ik een Tommie, die waarschijnlijk eind deze week naar Rotterdam vertrekt. In dat geval wil hij een brief voor mij meenemen en in Vlaardingen bezorgen. Het is te hopen, want dan hoort Truus tenminste eens wat van man en huis, want postverzending is nog steeds onmogelijk en ze is natuurlijk zeer nieuwsgierig naar de toestand in Arnhem.

Ik ga me eigen maar na. Ik ben ook zeer nieuwsgierig naar de toestand van vrouw en dochter en vrouwen zijn meestal nieuwsgieriger dan mannen (de mijne ook!).

Vandaag heb ik de burgemeester toestemming gevraagd om vrouw en dochter hierheen te laten komen, dat moet schriftelijk gebeuren. Het zal wel weken duren voor ik antwoord krijg.

 

 

Donderdag 10 mei 1945

 

Reeds eenige weken ben ik bezig het kinderledikantje te vinden, maar zonder succes, Ik gun me echter geen rust, voordat ik weet waar het is. Een lijst van uitgeleende goederen bestaat, dat weet ik alvast, maar hij is nog niet achterhaald.

 

 

Zaterdag 12mei 1945

 

Vandaag weer op stap geweest voor het ledikantje, doch nog steeds zonder succes.

Op de terugweg keek ik toevallig bij Magendans naar binnen en zag daar plotseling het verloren voorwerp staan. Bij bezichtiging bleek het zo. Dat is dus een pak van m'n hart. Matras en kussen waren er zelfs ook bij.

Morgen ga ik weer naar Ede en kom denkelijk maandag terug.

 

 

Donderdag 24 mei 1945

 

Het is niet minder dan twaalf dagen geleden, dat ik voor het laatst in dit dagboek heb geschreven.

De dagen trekken zo ongemerkt voorbij zonder dat er eigenlijk dingen van betekenis gebeuren.

Het is nu negentien dagen dat Nederland vrij kwam en nog steeds heb ik niets gehoord van vrouw en dochter. Informaties wijzer er echter op dat nog niemand uit die richting bericht heeft ontvangen, maar toch hoop ik dat er aan die onzekerheid gauw een einde komt.

Iedere bewoner van Arnhem wordt medisch gekeurd alvorens de woonvergunning wordt uitgereikt. Degenen die zich niet laten keuren krijgen bij de volgende uitreiking geen distributiebescheiden.

Ik ben gisteren in het huis van Aaf en Jans geweest. Iemand uit Gouda heeft er zijn intrek in genomen en gebruikt alle spullen van Aaf tot zelfs de kolen toe. Tenminste in de keuken stond een fornuis heerlijk te branden met antraciet. Onze spullen staan er nog.

Ik had ze vandaag terug willen halen maar hoorde te elfde uren dat ik voor het vervoer daarvan een vergunning van B en W moet aanvragen.

Postma is ook teruggekeerd en begint maandag te verkoopen. Ik ga op de drukke dagen bij hem assisteren. Morgen ga ik er al naar toe om hem te helpen met het opnieuw installeren van de winkel. Ook Versteeg heb ik in zijn zaak gezien.

Van verscheidene zijden heb ik vernomen, dat er volgende week 5.000 gezinnen naar Arnhem terug mogen keren. Zou mijn gezin daarbij zijn? Wat zou dat een verandering geven.

Zaterdag heb ik de stad doorkruist en daarbij ook gezien dat een groot gedeelte van de AKU, waaronder mijn kantoor geheel door brand verwoest is. Ik ben benieuwd hoe dat verder zal gaan. Misschien kan ik t.z.t. nog voorlopig op de Kleefsche Waard terecht, maar dat zal nog wel even aanlopen. Wat de stad zelf betreft, wat is daar veel verwoest, zoals o.m. de Steenstraat, de Hommelseweg, het station, enz.

 

 

Zaterdag 26 mei 1945

 

WEER EEN MIJLPAAL !!!

 

Vandaag moesten we in de stad levensmiddelen halen voor de heer Postma. Toen we met paard en wagen terugkwamen kwam ik Wimpy Monsees tegen. Hij vertelde me dat er me wat te wachten stond, maar wilde niet zeggen wat. Na enig heen en weer gepraat kwam ik te weten dat Truus gearriveerd was. Ik rukte hem als het ware de fiets uit de handen, sprong er op en ging met een vaart, alsof ik een echte weg bereed, de Schaepmanlaan op. Iets wat ik tevoren nog nooit gedaan had. Degenen, die de Schaepmanlaan kennen, weten dat 99 van de 100 wielrijders dit traject lopend afleggen.

In de Sperwerstraat aangekomen dag ik in de keuken de fiets van Riek staan, dus daaruit begreep ik dat Truus alleen was. Tegenover Wimpy Monsees had ik me geen tijd gegund om daar naar te vragen. Nu was de vraag waar Truus was.

Een der buren vertelde me, dat haar verteld was, dat ze me bij Bloemhof (de kruidenier vlak bij Postma) kon vinden.

Ik ging eveneens in die richting en bij de Bonte Wetering reed ik haar tegemoet, waar ik het na de scheiding van twee en een halve maand even te kwaad mee kreeg.

Ik durf er eerlijk voor uit te komen dat ik bij dit weerzien op straat als een klein kind stond te huilen.

Ze vertelde me dat ze de dag tevoren 's morgens vroeg van huis van gegaan en die nacht in Ede overnacht had. Ze had 's morgens op het gemeentesecretariaat een doorgangsbewijs gehaald en toen met weinig moeite de Geitenkamp bereikt. Haar plan was om tot maandag of dinsdag te blijven en daarna weer naar onze dochter terug te keren.

Een rondgang door het huis werd hierna ondernomen om te kijken of er veel weg was.

Het viel haar geweldig mee en dat is een grote geruststelling.

 

 

Dinsdag 29 mei 1945

 

Vanmorgen is mijn vrouw, in gezelschap van een stadgenote, weer op de fiets naar Vlaardingen vertrokken.

We hebben de afgelopen dagen hier en daar de boel eens flink onder handen genomen.

Nu wordt het weer afwachten wanneer het de edelachtbare heer burgemeester belieft haar naar Arnhem terug te laten keren.

 

 

Woensdag 30 mei 1945

 

Gewapend met een brief van de heer Postma, waarin deze verklaarde dat ik in de voedsel-voorziening ingeschakeld ben, ben ik vandaag naar Sacré Coeur getogen, tot het doen van de eerste stappen ter verkrijging van een woonvergunning van de gemeente Arnhem, zonder welke het niet mogelijk is om distributiebescheiden te bekomen.

De geruchten die de ronde deden, over de moeite die men moest doen, waren allerminst gunstig. Eenige malen moest men daarvoor terugkomen en telkens uren in de rij staan, nadat men 's morgens voor acht uur weer present moest zijn om een volgnummer in ontvangst te nemen.

Scholte voelde hier weinig voor en had zich voorgenomen met zo weinig mogelijke moeite, zo gauw mogelijk de vergunning in handen te krijgen, maar of het lukken zal ……

Alsof m'n neus bloedde, liep ik de portier voorbij, de hal door, de trap op en vervolgens zocht ik kamer 39 op. Daar zag ik tientallen menschen voor de deur staan. Goede raad was duur. Amper stond ik het te bekijken of de deur ging open en één der beambten kwam naar buiten om vijf personen met volgnummers binnen te laten.

Ik zwaaide even met m'n brief en vroeg hem deze te lezen. Hij nam hem mee naar binnen en kwam al spoedig terug met de mededeling, dat ik vrijdag terug moest komen.

Het was dus afwachten, maar de eerste maal had me slecht vijf minuten in plaats van uren gekost.

 

 

Vrijdag 2 juni 1945

 

Vandaag ben ik voor de tweede maal voor de vergunning naar Sacré Coeur geweest en volgde dezelfde tactiek.

Dezelfde ambtenaar als stond mij te woord en ging binnen kijken of het in orde was.

De vergunning lag echter nog niet klaar, maar ik moest maandag terugkomen, ook nu was ik slechts vijf minuten binnen geweest.

 

 

Zaterdag 3 juni 1945.    "De weg terug" ten einde.

.

Een scan van een originele pagina uit het dagboek. In dit geval de laatste pagina